Huwelijk en Samenleving

Diensten en thema's

TROUWEN ALS ONDERNEMER ? DIT IS IN 2018 VERANDERD !

TROUWEN ALS ONDERNEMER ? DIT IS IN 2018 VERANDERD !

TROUWEN ALS ONDERNEMER ? DIT IS IN 2018 VERANDERD !

Het zal u niet ontgaan zijn. Na 180 jaar is vanaf 1 januari 2018 niet langer de algehele gemeenschap van goederen de wettelijke basis van ons huwelijksvermogensrecht, maar een beperkte gemeenschap van goederen. Gelet op de maatschappelijke ontwikkelingen en het percentueel grote aantal echtscheidingen kon deze wetswijziging niet achterwege blijven. Het lijkt in deze tijd niet meer dan redelijk dat als algemene norm geldt dat echtgenoten alleen datgene met elkaar delen wat zij tijdens het huwelijk hebben verkregen.

Tot 31 december 2017 was het zo dat als er getrouwd werd er gekozen kon worden uit trouwen in gemeenschap van goederen of trouwen onder huwelijkse voorwaarden. Als er geen keuze gemaakt werd, dan trouwden echtgenoten automatisch in gemeenschap van goederen. Dit betekent dat alle bestaande en toekomstige bezittingen en schulden van hen samen zijn. Dit wordt boedelmenging genoemd. Schuldeisers kunnen zich dan op alle gezamenlijke bezittingen verhalen. Bij scheiding heeft iedere echtgenoot recht op de helft van alle bezittingen en schulden. Uitgesloten van de gemeenschap zijn schenkingen en erfenissen die een van hen beiden onder een uitsluitingsclausule hebben verkregen en zogeheten verknochte goederen. Deze behoren tot het privé-vermogen. Wilden de echtgenoten het in eerste aanleg anders regelen, dan moesten zij voor het huwelijk naar de notaris om huwelijkse voorwaarden op te laten stellen.

BEPERKTE GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN

Als er vanaf 1 januari 2018 getrouwd wordt zonder huwelijkse voorwaarden, dan geldt automatisch een beperkte gemeenschap van goederen. Dat betekent dat alleen vermogen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd van de echtgenoten samen is. Bezittingen of schulden van vóór het huwelijk vallen niet langer automatisch in de gezamenlijke boedel. Ook schenkingen, giften en erfenissen blijven, ook als er geen uitsluitingsclausule is opgenomen in een testament of bij een schenking, erbuiten. Kortom, bij de wettelijke beperkte gemeenschap van goederen vanaf 1 januari 2018 is niet langer alles van de echtgenoten samen. Om te kunnen aantonen, bijvoorbeeld bij een echtscheiding of overlijden, dat bepaalde bezittingen persoonlijk eigendom zijn is wel een goede administratie belangrijk. Zonder bewijs van eigendom worden persoonlijke spullen toch tot het gemeenschappelijk vermogen gerekend.

Voor schulden die ontstaan tijdens het huwelijk betreffende de gewone gang van de huishouding, ook als een van de partners hier niets van afweet, zijn volgens de nieuwe wet beide partners nog steeds (hoofdelijk) aansprakelijk. Het een en ander moet los gezien worden van de verhaalsmogelijkheden betreffende gemeenschapsschulden en privéschulden. De gemeenschapsschulden kunnen in beginsel zowel worden verhaald op de goederen van de gemeenschap als op de privégoederen van de echtgenoot die de verplichting is aangegaan. Het verhaal van een privéschuld is op goederen van de gemeenschap beperkt tot de helft van de opbrengst van het uitgewonnen gemeenschapsgoed. De andere helft van die opbrengst komt toe aan de andere echtgenoot en valt voortaan buiten de gemeenschap. Dezelfde regels gelden ook voor diegenen die een geregistreerd partnerschap willen aangaan.

NIEUWE WETTELIJKE BASIS

De nieuwe wettelijke basis geldt alleen voor huwelijken die vanaf 1 januari 2018 worden gesloten. In de kern houdt de beperkte gemeenschap van goederen het volgende in:
– voorhuwelijks niet-gezamenlijk vermogen blijft privé;
– verkrijgingen uit giften en erfenissen blijven privé;
– wat tijdens het huwelijk wordt gevormd, wordt gemeenschappelijk.

Om wel een boedelmenging – zoals bij de gemeenschap van goederen het geval is – bij het aangaan van het huwelijk te laten ontstaan dan moeten de (aanstaande) echtgenoten dit uitdrukkelijk overeenkomen via separate huwelijkse voorwaarden. Als een echtgenoot wil dat zijn / haar partner wel gerechtigd wordt tot de helft van de gift en/of de erfenis, zal een zogeheten insluitingsclausule moeten worden opgenomen op basis van art. 1:94(3)(b) BW-nieuw.

Het voorhuwelijkse vermogen dat door de echtgenoot en partner gezamenlijk is verkregen, gaat over naar de gemeenschap. Denk hierbij aan de woning. Dit geldt ook als dit vermogen in de verhouding afwijkend van 50/50 is verkregen.

PRAKTIJKVOORBEELD EIGEN WONING

Stel partner A heeft met partner B ongelijke aandelen in een eigen woning, bijvoorbeeld A is voor 60 procent en B is voor 40 procent tot de woning gerechtigd. Vervolgens stappen A en B op 5 januari 2018 met elkaar in het huwelijksbootje zonder vooraf huwelijkse voorwaarden te laten opstellen. Kortom, zij zijn in beperkte gemeenschap van goederen getrouwd. Door dit huwelijk is niet langer sprake van de verdeling 60/40, gelet op de uitspraken van de Hoge Raad van 2012 en 2017. De beide echtgenoten A en B zijn namelijk vanaf het huwelijk elk voor het geheel tot de woning gerechtigd. Er zijn geen aandelen in de visie van de Hoge Raad. In de praktijk zullen A en B de 60/40-verdeling willen handhaven. Om dit voor elkaar te krijgen zullen zij voor het huwelijk naar de notaris moeten voor huwelijkse voorwaarden. In deze huwelijkse voorwaarden zullen zij vast moeten leggen dat zij willen afwijken van de nieuwe wettelijk regels en hun woning eigendom blijft in de verhouding waarin ze het aangekocht hebben.

ONDERNEMING

Bestond een eigen onderneming al vóór het huwelijk? Dan blijft deze ook privé in het stelsel vanaf 2018.

Wel geldt dan het nieuwe artikel 95a van boek 1 van het Burgerlijk wetboek. Hierin is opgenomen de volgende tekst: Indien een onderneming buiten de gemeenschap valt, komt ten bate van de gemeenschap een redelijke vergoeding voor de kennis, vaardigheden en arbeid die een echtgenoot ten behoeve van die onderneming heeft aangewend, voor zover een dergelijke vergoeding niet al op andere wijze ten bate van beide echtgenoten komt of is gekomen.

In november 2020 heeft de rechter te Den Haag bepaald dat dat artikel niet geldt voor huwelijken vóór 2018 gesloten. In een wetsvoorstel zou dit bekrachtigd moeten worden door de wetgever.

Bij huwelijken vanaf 2018 geldt wel dat de andere echtgen(o)ot(e) een redelijke vergoeding voor kennis vaardigheden en arbeid van de ondernemer kan krijgen. Dat is een belangrijk verschil met de situatie van vóór 2018. De hoogte daarvan zal van geval tot geval verschillen. De wet laat de invulling van die redelijke vergoeding namelijk over aan de rechtspraak.

Wil de ondernemende partner niet in een beperkte gemeenschap van goederen trouwen? Dan moet hij bij de notaris huwelijkse voorwaarden afsluiten. Daarin kunnen de partners ook de toepassing van  artikel 95a uitsluiten.

In deze voorwaarden kan hij desgewenst ook samen met zijn partner een algehele gemeenschap van goederen overeenkomen.

CONCLUSIE

Voor de reeds gehuwde personen wijzigt er niets ? Er is onzekerheid over de toepassing van de verplichte vergoeding aan de beperkte huwelijksgemeenschap voor de kennis, vaardigheden en arbeid die die partner voor de onderneming heeft aangewend uit hoofde van art. 95a. Zoals het er nu naar uitziet zal dit artikel niet van toepassing zijn. Dan wijzigt er niets.

Gaat u binnenkort trouwen, wilt u gaan trouwen of overweegt u de huwelijkse voorwaarden om te zetten naar bijvoorbeeld een algehele gemeenschap van goederen dan wel juist elke gemeenschap van goederen wilt uitsluiten, ieder houdt zijn eigen vermogen, laat u dan adviseren over de financiële en juridische gevolgen hiervan. Voor vragen hierover, neem contact met ons op: 0492-370090

 

Trouwen vanaf 1 januari 2018

Trouwen vanaf 1 januari 2018

Trouwen vanaf 1 januari 2018 ?

 

Het huwelijksvermogensrecht is veranderd: Geen standaard algehele gemeenschap van goederen  meer !

De nieuwe wet heet 'Wet beperking wettelijke gemeenschap van goederen' en de belangrijkste verandering van deze wet is dat het vermogen (bezittingen én schulden) dat vóór de trouwdatum  door u zelf is opgebouwd, vanaf 1 januari 2018 buiten de huwelijksgemeenschap valt en van uzelf blijft. Heeft u een onderneming dan attendeer ik u hieronder op een andere belangrijke wijziging.

Trouwen tot 1 januari 2018: algehele gemeenschap

Wanneer u vóór 1 januari 2018 getrouwd bent en u hierover geen specifieke afspraken (huwelijkse voorwaarden) hebt gemaakt, geldt volgens de wet nog steeds de algehele gemeenschap van goederen. Alle bezittingen en schulden die vóór en tijdens het huwelijk zijn opgebouwd zijn dan gezamenlijk eigendom vanaf het moment van trouwen. Na een scheiding worden alle bezittingen en schulden tussen hen bij helfte verdeeld.

Wilt u na 1 januari 2018 alsnog een algehele gemeenschap van goederen? Dat kan dan alsnog via huwelijksvoorwaarden, opgesteld door een notaris.

Trouwen vanaf 1 januari 2018: beperkte gemeenschap

Als u trouwt na 1 januari 2018 en u maakt geen specifieke afspraken (huwelijkse voorwaarden) dan geldt de beperkte gemeenschap van goederen. Alleen de bezittingen en schulden die tijdens het huwelijk samen zijn opgebouwd zijn gemeenschappelijk eigendom. Uitzonderingen hierop zijn schenkingen en erfenissen.

De bezittingen en schulden van vóór het huwelijk vallen niet in de gemeenschap en blijven privé.

Goede administratie

Om (bij een echtscheiding) aan te kunnen tonen van wie welke bezittingen en schulden nu precies zijn, is een goede administratie noodzakelijk. Zonder bewijs van eigendom zullen persoonlijke bezittingen en schulden toch tot het gemeenschappelijke vermogen worden gerekend. Het is dus belangrijk tijdens het huwelijk een administratie bij te houden. Zo weet u altijd welke bezittingen en schulden privé zijn en welke aan beide toebehoren, al dan niet vanwege verwerving tijdens het huwelijk.

Huwelijkse- of partnerschapsvoorwaarden

Tijdens het huwelijk ontstane bezittingen en schulden apart houden? Ga dan naar de notaris. Hij kan huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden voor u opstellen.

Let op:

In de onderstaande gevallen dient u zeker even contact met ons op te nemen:

Getrouwd vóór 2018 en wel huwelijkse voorwaarden gemaakt

Indien er inmiddels veel is veranderd in uwe situatie of wanneer u de huwelijkse voorwaarden niet feitelijk uitvoert, is het alsnog verstandig contact met de notaris op te nemen om na te gaan of de huwelijksvoorwaarden nog wel bij de tijd zijn.

Getrouwd vóór 2018, huwelijkse voorwaarden gemaakt en een van de echtgenoten is ondernemer

Het is mogelijk dat uw huwelijkse voorwaarden aangepast moeten worden. Zie bijvoorbeeld hieronder onder ingeval van een onderneming. Laat uw huwelijkse voorwaarden vrijblijvend checken om te kijken of deze bij de tijd zijn.

Trouwen ná 1 januari 2018

Trouwen na 1 januari 2018 ? Dan wordt niet automatisch alles wat u hebt gemeenschappelijk.

Wat u vóór het huwelijk in bezit hebt, blijft privé.

Is er een onderneming ? 

Bestond een eigen onderneming al vóór het huwelijk? Dan blijft deze ook privé. De partner die de onderneming drijft, moet nu wel een vergoeding betalen aan de gemeenschap van goederen. Dit is een redelijke vergoeding voor de kennis, vaardigheden en arbeid die die partner voor de onderneming heeft aangewend. Voor zover een dergelijke vergoeding niet al op een andere wijze ten bate van hen beiden komt of is gekomen.  De uitwerking van dit vergoedingsrecht luistert nauw, met name in het kader van een echtscheiding en overlijden. Helaas is in de wetgeving niet uitgemaakt wat onder een redelijke vergoeding dient te worden verstaan. Wil de ondernemende partner niet in deze beperkte gemeenschap van goederen trouwen ? Dan kunnen hij en zijn partner bij de notaris huwelijkse voorwaarden overeenkomen. In deze voorwaarden kunnen zij ook samen tot een algehele gemeenschap van goederen overgaan.

Daarnaast zal de waarde van de uitbouw van de onderneming tijdens het huwelijk ook gezien worden als de opbouw van gemeenschappelijk vermogen tijdens huwelijk. Ook dit kan via huwelijksvoorwaarden anders geregeld worden.

Voor de reeds gehuwde personen wijzigt er niets oftewel: Geldt het ook voor huwelijken vóór 2018 ? Hierover bestaat nog onzekerheid. Het ziet ernaar uit, dat dat niet het geval is.

Gaat u binnenkort trouwen, wilt u gaan trouwen of overweegt u de bestaande huwelijkse voorwaarden om te zetten naar bijvoorbeeld een beperkte(ere) of algehele  gemeenschap van goederen ? Laat u dan adviseren over de financiële en juridische gevolgen hiervan door de notaris.

Kijk voor meer informatie over dit onderwerp op www.notaris.nl onder "samen verder".

 Voor vragen hierover, neemt u gerust contact met ons op telefonisch op: 0492-370090 dan wel via email Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

 

Huwelijkse voorwaarden en belastingbesparing

Huwelijkse voorwaarden en belastingbesparing

Huwelijkse voorwaarden en belastingbesparing ?

Het kan fiscaal voordelig uitpakken om de huwelijkse voorwaarden aan te passen. Wanneer speelt dat? Hoe werkt dat? Waar op te letten?

Risicobescherming. Meestal dienen de huwelijkse voorwaarden ter bescherming tegen ondernemersrisico’s en/of de gevolgen van echtscheiding. Als na verloop van tijd de reden waarom u de huwelijkse voorwaarden bent aangegaan niet (meer) bestaat, kan het voordelig zijn de huwelijkse voorwaarden te wijzigen of op te heffen.
Formaliteiten. Voor het veranderen of opheffen van huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk, is vandaag de dag alleen nog maar een notariële akte vereist.
Opheffen. Door het opheffen van de huwelijkse voorwaarden wordt door de partners een (beperkte) gemeenschap van goederen afgesproken, waarin beide echtgenoten voor de helft gerechtigd zijn. Dit leidt tot een (onbelaste) vermogensverschuiving tussen de echtgenoten ingeval daarna sprake is van een gemeenschap van goederen. Door het vermogen in tweeën te delen kan ook erfbelasting worden bespaard. Vanwege het progressieve tarief van de Successiewet het meestal voordeliger is om een vermogen in twee keer te laten vererven dan ineens in een keer.
Voorbeeld over hoe dat werkt
Ans en Ton zijn op huwelijkse voorwaarden, inhoudende ‘koude uitsluiting’ (= uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen) gehuwd. Het vermogen van Ton is nu € 900.000,--. Ans heeft geen vermogen. Ton overlijdt. Zijn nalatenschap is € 900.000,-. Ans is zijn enige erfgenaam. Zij is over haar verkrijging ruim € 41.000,- aan erfbelasting verschuldigd.
Als Ans en Ton hun huwelijkse voorwaarden zouden opheffen kan er een gemeenschap van € 900.000,-- ontstaan, waarin zij beiden voor de helft gerechtigd zijn. De nalatenschap van Ton is nu nog ‘maar’ € 450.000,- (= de helft van € 900.000,-). Dit bedrag valt voor Ans geheel onder de vrijstelling die geldt voor echtgenoten ( ruim 650.000,-- in 2020). Dit levert een besparing op van ruim € 41.000,--. Ans 'erft' op deze manier € 900.000,- zonder belastingheffing.
Aandelen in een BV ? Als Ton meer dan 5 % van de aandelen in een BV heeft, dan is over de vererving van die aandelen in beginsel voor de inkomstenbelasting in box 2 (tarief van 25%) verschuldigd over het verschil tussen de waarde bij overlijden en de aankoopprijs van de aandelen. Bij algemene gemeenschap is er slechts sprake van een afrekening over de helft van de aandelen.
Kinderen
Lager percentage erfbelasting. Bovendien is, ingeval er kinderen zijn, ook door hen minder erfbelasting verschuldigd of heeft de langstlevende in de tussentijd mogelijkheden om het vermogen ‘fiscaalvriendelijk’ in gedeelten aan de kinderen te schenken en zo weer erfbelasting te besparen. Dit schenken kan overigens zonder daadwerkelijke uitbetaling zolang de schenker dat niet wil. Hij kan het dus desgewenst zelf blijven uitgeven.
Ook in het geval de minst vermogende echtgenoot als eerste komt te overlijden, levert opheffing of aanpassing van de huwelijkse voorwaarden toch nog vaak een besparing van erfbelasting op.
Zeker als aanpassing van de huwelijkse voorwaarden gecombineerd wordt met aanpassing van uw testamenten. Daarover zal ik in een ander artikel wat vertellen.
Bij de uiteindelijke vererving naar uw kinderen moet namelijk niet alleen gekeken worden naar de te betalen erfbelasting bij het eerste overlijden, maar naar het totaalbedrag dat de kinderen verschuldigd zijn als het vermogen via beide ouders uiteindelijk bij hen terechtkomt.
Conclusie ? Sinds enige tijd is het eenvoudiger geworden om huwelijkse voorwaarden om te zetten in een gemeenschap van goederen. Laat daarom door een in nalatenschapsplanning gespecialiseerde notaris eens berekenen of en hoeveel er met een aanpassing van uw huwelijksvorm bespaard kan worden. Zo kunt u een forse besparing van erfbelasting bereiken! Als hierdoor het bedrag van de nalatenschap onder de vrijstelling valt, betaalt u geen erfbelasting.

 

 

Bezoekadres

Dorpsstraat 127
5731 JH Mierlo